Het is herfst! En dus ook wel DE tijd om kastanjes te zoeken. De tamme om te eten en de wilde (paardenkastanje) om poppetjes van te maken met sate prikkertjes. OF… om er een lekker bad mee te maken. Want eten is niet zo’n best idee 😉
In de 18e eeuw is de boom als sierboom naar Nederland gekomen. De extracten van wilde kastanjes bleken over geneeskrachtige eigenschappen te bezitten. De stof die verantwoordelijk is voor de meest gunstige eigenschappen is aecine.
Geneeskracht:
Het gebruik van paardenkastanje-extract is vooral effectief bij spataderen, oedeem in de benen, gezwollen benen en enkels en vermoeide, ‘zware’ benen.
Verder zijn de kastanjes antibacterieel, ontstekingsremmend en krampstillend.
En om deze redenen is een bad van het extract perfect en heerlijk.
Misschien vindt je het een gek idee, maar drogisterijen verkopen het gewoon. Dus hoe leuk is het dan juist om het zelf te maken, helemaal gratis!
De saponine in de kastanjes zorgt voor veel schuim en daar worden we blij van! ( ik wel)
Zo doe je het:
- Verzamel ongeveer 1 kilo wilde kastanjes
- Haal de kastanjes uit hun stekelige huls
- Snijdt de kastanjes in stukken
- Laat ze een nacht weken in een grote pan met water
- Breng de kastanjes en het water na ongeveer 24 uur aan de kook
- Laat dit dan 15 minuten trekken
- Giet alles door een zeef in een schone pan of kom
- Voeg dit mengsel toe aan je bad
- Roer goed door het water, dan gaat het ook lekker schuimen.
- Geniet!